In 2002 werd een stedenbouwkundig plan voltooid om Meerwijk Centrum, een 70-er jaren uitbreidingsgebied aan de zuidkant van Haarlem, te herstructureren. Het voorzag ook in een aanpak om de eenzijdige opbouw van de bestaande woningvoorraad te doorbreken. Onder het motto “meer individualisme” werd een wijde ring van individueel opgezette panden rondom het als een eiland ontworpen nieuwe centrum gepland, op de plaats waar zich eerst portiekflats bevonden.  Dit zijn de “stadswoningen”. Deze kregen een programma mee waarin referentie aan stedelijk wonen zou moeten worden vertaald in een grote variatie in plattegrond, opzet en verschijningsvorm. Met Pepijn Nolet vormde ik een architectencombinatie om samen met 4 andere architecten en architectencombinaties deze stadswoningen te ontwerpen.
Voorgevels
Situatie
Achtergevels
In een ontwerpatelier ontwikkelden de architecten, naast de thematiek betreffende het woninginterieur, een visie op de expressie van de individuele ontwerpen binnen het beeld van de woningenreeks als geheel en de inpassing in de bestaande stedenbouwkundige omgeving. Inmiddels gerealiseerde voorbeelden van de hedendaagse ensembles van stadswoningen werden geanalyseerd, waarbij vastgesteld werd dat de individuele woning vaak te zeer overheerst. Gaandeweg werd de spanning die kon worden bereikt tussen het collectieve beeld van de straatwand en de individuele expressie per woning een belangrijke prioriteit bij het ontwikkelen van de gevels. Vandaar dat collectief gekozen materialen in de vorm van metselwerk in de voorgevel en keimwerk in de achtergevel worden ingezet. Ook het afstemmen van één goothoogte met één dakdetail brengt een duidelijke samenhang tussen de woningen onderling tot stand. De individuele verschillen voortkomend uit het interieur leveren vervolgens sprekende onderdelen in de gevel op zoals raamvormen, ornamenten, balkons, erkers die op een effectieve wijze de individualiteit per woning onderstrepen. Ook het mixen van de 5 woningtypes tot één ontworpen straatwand draagt bij tot een compositie die profiteert van de herhaling en ze niet ontkent. Met name door spiegeling en verschillend samengestelde symmetriën op basis van de individuele ontwerpen ontstaat een straatbeeld waarin de individuele woning op een organische wijze ondergeschikt wordt gemaakt aan de kracht van het collectieve beeld. Interessante toevoegingen ontstonden op onderdelen waarin het stedenbouwkundige plan onduidelijke situaties laat ontstaan. Zoals de achterzijde van de strook woningen, waarvan de tuinen inclusief de in de tuin geparkeerde auto grenzen aan een openbaar parkje. Het thema animatie van de achterkant werd ingezet om te vermijden dat een confronterende achterkantsituatie zou ontstaan grenzend aan openbaar gebied. Zeker in de context van een na-oorloogse woonwijk, waar de bestaande woongebouwen vaak (terecht) als monotoon worden bestempeld, vormt deze balans tussen individualiteit en collectiviteit een subtiele invulling. Het bewijst bovendien dat specifieke woonconcepten niet uitsluitend binnen het domein van particulier opdrachtgeverschap gerealiseerd kunnen worden. Deze projectmatig ontwikkelde woningen dragen niet alleen bij aan het individuele woongeluk van hun kopers, maar ook aan de kwaliteit van het stadsgevoel in Meerwijk als geheel.
In de opdracht werd benadrukt dat het ontwikkelen van het woningontwerp van binnenuit moest gebeuren: het wonen en leven binnen de woning stonden centraal, architectonische middelen dienden om een specifieke zeggingskracht in het interieur te ontwikkelen. Hier werd nadrukkelijk gezocht naar een specifieke, haast persoonlijke kijk op het wonen, als tegenhanger van de generieke normen van de projectmatige woningbouw. 
Type NOH (Nolet Van Herpen)
We wilden een huis maken dat meteen al karakter heeft, ondanks dat het nieuwbouw is. De schachten en trappen en andere vaste elementen hebben we zo geplaatst dat er nissen en hoeken ontstaan, waardoor de woninginrichting gestuurd wordt. Omdat de achter gelegen tuin als parkeerplaats gebruikt mag worden is de meest gebruikte ingang waarschijnlijk ook aan de achterkant. Vandaar dat in ons type de trap naar boven daar is geplaatst. Het huis is zo ingedeeld dat zowel op de begane grond als op de eerste verdieping een aparte (werk-) ruimte gemaakt kan worden. Het is geschikt voor verschillende soorten bewoning. De gevel onderscheidt zich van de andere gevels door één sterk gevelelement: een erker, een “oog” vanuit de woonkamer. Deze erker bestaat uit spiegelglas waardoor bewoners - en de scheiding tussen eerste en tweede verdieping - aan het zicht worden onttrokken.
 Mogelijke indelingen
Schets erker binnenzijde +1 en +2
Erker +1
Spiegelglas -kleuren en -verdeling erker
Buitenzijde erker
'Animatie van de achterkant'
Back to Top